woensdag, augustus 03, 2011



Week 3

Oi en dat inle lake, dat is prachtig. Ik vlieg s ochtendsvroeg naar heho, van waar het eerst een uur met de taxi en dan nog een uur met een bootje is naar mijn hotel, letterlijk midden op het water. De taxi blijkt een stuk duurder dan van te voren aangegeven, nadat ik 2 keer een taxi weiger omdat ik denk dat ik niet serieus wordt genomen, dringt dat langzaam door. En dit is geen tailand met een onuitputtelijke hoeveelheid chauffeurs, als ik ergens wil komen moet ik snel handelen. Ik zie nog een stel staan wat geen vervoer heeft, en stel voor om een taxi te delen, een en een is twee en even later zit ik met het (franse) koppel in een auto. Na een uur komen we aan bij het kanaal wat naar inle leidt. Hier krijgen we een uitgebreide salespitch, er wordt geprobeerd om niet alleen de eerste bootrit naar ons hotel te regelen, maar ook gelijk een aantal uitjes. Omdat ik nog niet weet wat het hotel zelf te bieden heeft en wat standaard prijzen zijn, vraag ik om het visitekaartje van meneer, is de afgelopen weken vaak een handige manier gebleken om beslissingen uit te stellen.

Het meer is groot, omgeven door bergen, en er zijn 2 soorten bootjes, hele kleine tengere houten bootjes, de lokale vissers kunnen hier kunstig op laveren, ze bedienen een peddel met hun been waardoor ze hun handen vrijhouden om te vissen (met net). De andere soort is iets groter, een soort houten kano waar ongeveer 4 stoeltjes in passen met een motortje, deze worden gebruikt. Voor touristen, als ov en voor het vervoeren van goederen.

We stoppen midden op het meer om naar de vissers te kijken, het is magisch om ze aan het wer te zien, de zon op het water, en een strak blauwe lucht.

Mijn hotel is eenvoudig voor inle lake, maar nog steeds erg prettig. Een kamer met bad, niet werkende tv en niet werkend internet, maar, met balkon op het water en personeel wat echt alles wil doen om je het gemakkelijk te maken. Ondertussen heb ik ook 2 chinesen ontmoet die graag wat kosten delen, we gaan de volgende dag samen naar de grootste markt aan het meer en we vervolgen dat tripje met de niet te missen hoogtepunten van het meer; de floating houses, floating gardens, een complete pagode op het water, de longneck dames, jumping cat monestery, en volgen mij vergeet ik dan nog dingen. De heren hebben camera's die niet te tillen zijn en maken de meest briljante foto's, ik heb dankbaar gebruik gemaakt van het aanbod om foto's over te nemen. Foto's bij de berichten hiervoor zijn dan ook niet van mij ... die volgen nog.



Derde week

De derde week begint met een vlucht naar mandalay. Onderweg deel ik een taxi met een stel belgen die voor de 13e keer naar birma zijn, ze zijn weg van azie en birma is favoriet. De eerste keer dat ze azie bezochten is in de jaren 70 voor hen is het nu al toeristisch. Na een klein tukje en een viscurry die speciaal voor mij gemaakt wordt vertrek ik met een taxi richting mandalay hill. Dit blijk vergelijkbaar met mount popa alleen, meer treden, veel meer treden. Elke keer als ik denk dat ik er ben is er ergens achter een buddha nog een trap hoger. Ik ben zo'n 3 kwartier bezig met de klim, die beloond wordt met een prachtig uitzicht over de stad en de rivier. In eerste instantie was ik van plan om vervolgens naar het mandalay palace te gaan, maar ik las ineens dat dat wordt afgeraden, naast dat er een ticket van 10 dollar gekocht moet worden wat direct in de zakken van de generaals verdwijnt is deze site herbouwd met gedwongen arbeid.

In plaats daarvan heb ik 3 kloosters bezocht, het grootste gedeelte van de monniken uit birma zit in mandalay. Eerst een erg oud klooster geheel gemaakt van teak met prachtig houtsnijwerk. Daarma iets wat meer overkwam als monnikcity, een heel complex van gebouwen met letterlijk duizenden monniken en novices. Het was nog in de ochtend, overal stonden jongens te wassen, tanden te poetsen en begonnen er een soort van klasjes met het opzeggen van gebeden. Een bijzondere plek waar ik net zo hard met mijn mond open van verbazing rondliep als zij, want ik was zo ongeveer de enige vrouw en ook de enige tourist op het terrein. Zodra je een poort uitloopt  beginnen ze een conversatie, engels oefenen, het komt niet veel verder dan 'hoe heet je' en 'waar kom je vandaan'.

Het derde klooster is ook erg oud, mooi houtsnijwerk. Ik wordt uitermate inventief door een heel oud mannetje rondgeleid zonder dat er een woord gesproken wordt. Door naar foto's van oude monniken en naar de juiste beelden te wijzen laat hij me alle bijzondere plekjes zien.

Het hotel waar ik verblijf is erg fijn, het is van een birmese familie, zoon en vrouw van mijn leeftijd runnen de tent, pappa loopt zo nu en dan als gothfather het terrein op. S ochtend en s avonds verzamelen veel gasten in de binnentuin en wisselen verhalen uit. Zo kom ik in contact met een stel australiers waarmee ik besluit naar de moustache brothers te gaan, een stel 60gers die volkscomedie doen, alleen voor toeristen, want door hun scherpe tong mbt de politieke situatie in birma mogen ze niet meer optreden voor locals. Een van de heren heeft al drie keer een aantal jaar vastgezeten. Het is een grappige avond, in een achteraf schuurtje op kleine plastic stoeltjes en met een lek dak.

De laatste dag in mandalay huur ik een blauwe taxi, soort tuktuk om wat boodschappen te doen en om twee plekken in de omgeving te bekijken. Een daarvan is u bein's bridge, een 1300 yard lange teak brug over de rivier. Ik moet zeggen, dit is wel echt het land van de vergezichten, deze brug verdient weer een speciaal plekje.

Mijn laatste bestemming voordat ik terugga naar yangon is inle lake. Hier heb ik een relaxed hotel geboekt, midden op het meer, met internet en sateliet tv ( die het alleb. niet doen, maar ach).



Tweede week

Ook in yangon blijkt het veel geregend te hebben deze week, en ik spreek goed met Kalya, van het hotel wat een beetje mijn thuisbasis aan het worden is door wat ik de komende weken wel en niet moet doen. Bovendien besluit ik om geen tijd te verliezen met bus-, boot-, of treintripjes, maar grote afstanden te blijven vliegen. Ik heb inmiddels gemerkt dat je geld hier vooral in de kamer gaat zitten, overdag zijn er bijna geen kosten, dus een vliegticket meer of minder maakt niet zoveel uit.

Ik vertrek naar mijn 2e bestemming van deze reis: bagan. Wat een overgang! Van bijna continue regen naar 39 a 40 graden, en, bagan is echt net als op de foto's, het is prachtig. Overal waar je kijkt groen, palmen, bloemen en tempeltjes, alsof er iemand een zak met tempelconfetti heeft opengetrokken.

Het hotel waarin ik zit is een kadootje, voor 24 dollar heb ik een patiootje met uitzicht op het zwembad en daarachter niets dan groen en tempels. De eerste dag huur ik een fiets en toer op mijn gemakje door de omgeving, s avonds reid ik naar een grote tempel in de buurt van. Oud bagan om vanaf daar te genieten van zonsondergang. Ik blijk niet de enige te zijn daar, de uikijkplaats trekt veel touristen en nog meer lokals die er omheen zwermen om te proberen iets e verkopen. Het is alsnog een prachtig gezicht.

De tweede dag in bagan heb ik een houten kont. Ik geniet van een rustig ontbijtje, neem een duik in het zwembad en lees wat in een boekje op mijn balkonnetje, wat een straf. Tegen een uur of 13.00 huur ik een paard en wagen, de andere manier om bagan te bekijken. We bezoeken alle tempels nog een keer, maar waar ik de eerste dag er alleen langsgereden ben draait het nu juist om de binnenkant. Locals hebben hier veel manieren gevonden om op een vriendelijke manier wat te verdienen aan toeristen. Bij een van de tempels stelt een meisje zich in keurig engels voor al studente, leidt me rond (en goed, ik ben onder de indruk van wat ze me weet te vertellen) maar aan het einde van de rondleiding moet ik ook nog even in haar shop kijken. Ik weiger iets te kopen, maar wil haar wel betalen voor de rondleiding. Dat wil zij niet, dat is pitymoney, wordt niet geaccepteerd. Ze legt me uit dat men een systeem heeft, als er toeristen komen worden deze verdeeld, niet iedereen duikt erop, ik ben dus haar 'toerist'. Ik koop een kleinigheidje voor het bedrag wat ik sowieso wilde geven. Hier in birma wordt niets aan sites gedaan door de regering. Schoon en netjes houden en toezicht houden, dat doet de lokale bevolking. Daar zo nu en dan een beetje in investeren is niet zo'n punt.

Wat me opvalt is dat werkelijk bij elk tempeltje voor elk buddhabeeld een hek met een slot zit overdag gaan een aantal van deze hekken open, en elk hek heeft een keyholder die je toegang kan geven, maar ik verbaas me erover. Mijn horsecartdriver weet waarom, het is tegen diefstal. En ineens snap ik het. Omdat bagan zo'n grote vlakte is is het vrij gemakkelijk om 's avonds een klein tempeltje in te sneaken en een beeldje mee te nemen.

De laatste dag in bagan huur ik een taxi naar mount popa. Ik had hier in nederland al foto's van gezien, een tempel bovenop een berg die niet echt opgaat in een bergketen, maar op zichzelf staat. Onderweg, het is een uurtje reiden, mooie landschappen en kleine vredige dorpjes. Mount popa zelf is een beetje anders dan ik verwacht had. Langs de 700 tredes die ik omhoog moet staat het vol met stalletjes met eten, drinken, souvernirs en offertjes. Soms wordt me gevraagd of ik wat wil, wat ik elke keer vriendelijk afsla, het is niet echt opdringgerig. De berg wordt echt bewoond door al die mensen, ze hebben kleine hokjes met keukentje en tvtjes. De andere groep bewoners zijn de apen. Ik had de waarschuwing 'cawfu foh mokieh' meegekregen, joh, maar niets geen last van. De dames die voor mij liepen met eten in hun tas zullen een heel ander verhaal vertellen, ik heb er stiekum dikke lol om gehad. De monkeys maken een hoop rotzooi, naast de nodige verkopers zie ik veel mensen op het moment dat ik in de buurt kom opstaan en schoonmaak bewegingen maken, of ik een donation for cleaning wil doen. Toch weer anders dan die tempels in mandalay.

Vervolg week 1:

Wow, het lijkt net alsof ik de enige toerist in birma ben. Het zal meevallen, maar mijn eerste reisdoel, mrauk u is iets waar weinig mensen in het regenseizoen naartoe gaan. Ik snap inmiddels ook waarom, het regent nogal veel aan deze kant van het land.

Om mrauk u te bereiken moet je wat moeite doen. Je kunt niet over land als buitenlander, dat mag niet. Eerst vlieg je naar sittwe, en van daaraf ga je met een boot naar mrauk u zelf. Afgelopen vrijdag ben ik dus gelijk met een lokale vlucht vertrokken, eenmaal in sittwe bleek dat de boot pas weer op maandag vertrok. Ik heb twee dagen wat rondgestruind in sittwe, niet heel erg veel te doen, maar geeft wel een beeld van hoe men hier leeft. In die 2 dagen heb ik geen toerist gezien. Wel twee duitse meisjes die voor een internationaal bedrijf werken, iets met waterwerken en constructie in birma. Ze keken niet heel enthousiast bij mijn plan om naar mrauk u te gaan, maar inmiddels had ik al een vlucht en 1,5 dag wachten achter de rug, no turning back now.

Op maandagochtend om 7 uur op de boot vol locals gestapt richting mrauk u. Uitzicht tussen de regenbuien door is prachtig. In mrauck u komt er gelijk een trishaw driver mijn tas van de boot halen. Ik vertrouw dat allemaal wat meer dan op mijn vorige reis, op de een of andere manier komt het allemaal wat minder pusherig over. En als je over een loopplankje van 20 cm breed op 2 meter boven het water moet lopen, liever zonder backpack. In de stromende regen wordt ik op een soort riksja naar mijn hotel gebracht. Erg fijne plek, 15 minuten van het centum met allemaal kleine bungalowtjes. Ik ben de enige gast. Er is daardoor weinig kant en klaar eten in huis, maar dat kan zo gehaal worden op de markt, dus fietst er iemand direct na mijn aankomst door de regen terug naar de markt om vers fruit voor me te halen.

Ik heb al een paar dagen geen internet gezien, en vraag me af of mijn berichten naar familie wel goed zijn aangekomen. Tegen beter weten in vraag ik of er ergens in het dorp internet is. Er blijkt een nieuw hotel te zijn, maar dat is ver, de jongeman die van de staf het beste engels spreekt wil em wel brengen. Hij begeleid me in een wandeling van een half uurtje over allerlei kleine weggetjes naar de andere kant van het dorp. Wegen hier zijn slecht begaanbaar door alle regen, als je niet uitkijkt kom je vast te zitten met je slippers in de modder.

Laverend door de staatjes krijg ik een goed beeld van mrauk uu en omgeving. Maar goed ook want de volgende dag regent het aan een stuk door. Mrauk u is prachtig, grote bananenplanten en palmen, veel heel veel groen, en tussendoor de ruines. Ik zie een heel grote oude boom met allemaal gouden vierkantjes erop, dat doet men hier 'crea met bladgoud' als offer. Het andere hotel is heel fancypancy, in tai tempel stijl, geen gasten. Ik check mijn email, en omdat de jongens elkaar kennen kom ik er bijna gratis vanaf. Goed, want internet is duur.

S nachts weet ik niet wat me overkomt, het regent zo hard dat ik me oprecht afvraag of ik niet in een soort tropische storm ben beland (birma was ook het land van nargiz). Ik doe geen oog dicht, maar krijg de volgende dag te horen dat dit 'special normal rain' is. Nog niet helemaal duidelijk, dat gebeurd hier wel meer, zo kreeg ik net te horen dat de temperatuur waar ik nu ben '1000 degrees' is, maar men leek niet onder de indruk van de bui, dus kennerlijk was het normaal. Ik ging er vanuit dat na zoveel regen ik wel een leuk fietstochtje zou kunnen maken ... Helaas ook overdag regent het achter elkaar door. Ik heb het tussen twee buien nog geprobeerd, prompt na 10 min. lekke band, en daarna de kraan weer open. Dus was ik er klaar mee, en heb ik op mijn patiootje onder het afdakje lekker genoten van mijn boek.

Terug was met de government boot, waardoor nu duidelijk was dat ik op de heenreis niet geflest was. Tot mij grote vreugde duurt de reis net als heen maar een uur of 5 en niet 7 zoals de lonely planet zegt. Het is leuk zo'n boottripje, maar na een aantal uur ben ik ook wel weer toe aan land, heb niet van die zeebenen.

Ik boek een vlucht terug naar yangon, en overnacht nog een keer in sittwe ... Althans dat denk ik. S ochtends in alle vroegte vertrek ik richting vliegveld. Ik ben daar te vroeg, en krijg de uitnodiging van de mensen (security, immigration, eerste stewards) die er al zijn om 300 meter verderop mee te gaan koffiedrinken. Dat is zo ontwapenend hier, iedereen is zo vriendelijk. Mijn grote backpack gaat ergens in een kamertje, de kleine niet, die houdt ik altijd bij me, die is heilig. Ik krijg een paraplu in mijn handen geduwd en off we go. Een uurtje later, als ik incheck krijg ik te horen dat de toren in yangon nog geen toestemming heeft gegeven voor vertrek ivm het weer, het - jaja - regent te hard rond 9.30 uur is het defintief, de vlucht is geannuleerd. Ik wordt met open armen ontvangen in mijn hotel, waar ik nu echt voor de laatste keer verblijf.

Heb ik me vermaakt deze week? Ja hoor, ik heb een goed beeld gekregen van het leven in dit soort kleine plaatjes, gezien wat regenseizoen echt betekend, en veel oude klassiekers opgehaald, james bond, die hard, indiana jones, naar u toe gebracht met indiaase sateliet tv.



Jaaa ik ben weer in de 24 uur consumptie maatschappij beland! Nog wel aan de andere kant van de wereld, ik zit nog op kuala lumpur, maar ik heb weer internet, ik zit weer in de cloud.

Het was me een reis! 3 weken geen internet, heel veel oprecht vriendelijke mensen, gezond eten, prachtige sites, maar ook van die typische aziatische steden en 6 binnenlandse vluchten.

Nog even een wrap up van de eerste week:

Marelle, 15 juli 2011
Birma , Yangon 33°

Eerste kennismaking yangon

De kop is eraf!

Change of plans mbt de blogspotlink, dat kan ik hier niet openen op mijn ipad (sommige sites worden tegengehouden in birma, zo ook geen yahoo of hotmail).

Aankomst in myanmar is compleet anders als ik verwacht had. Keurig nette dames die je paspoort en formuliertjes checken, alles digitaal, niets geen gerommel met geld, geen knorrige politieagenten. Ik heb geloof ik nog nooit zo snel op een vliegveld buiten gestaan.

Het is is een cultuurshok in vergelijking met cambodia. Langs de route vanaf het vliegveld naar mijn guesthouse is alles schoon, netjes en rustig. Mijn taxichauffeur reidt nergens harder dan 50, stopt voor elk stoplicht en gebruikt zijn richtingaanwijzer, ik weet niet wat me overkomt.

Het toppunt was een bumpersticker 'plant more trees keep myanmar green'.

Na 24 uur reizen zag is er volgens de hostess nog helemaal fris uit, maar ben ik na een korte douche als een blok in slaap gevallen, pfff even bijkomen.

Ik heb gelijk een vlucht naar sittwe geregeld, morgenochtend dus al weer vroeg uit de veren (5.00 uur), het komt qua aansluiting het beste uit. Vluchten naar sittwe en de boot vanuit sittwe naar mrauk u vertrekken allemaal in de ochtend, ik moet dus een dag in sittwe blijven. Zondag gaat er echter geen boot, dus zaterdag vliegen is geen optie, dan zit ik langer vast in sittwe.

Na mijn eerste curry achter mijn kiezen ben ik naar het centrum gelopen om shwedagon paya te bekijken.

Onderweg valt me op dat mensen hier een stuk slechter engels spreken, als ik de weg vraag eindigd het een aantal keer met een hoop vriendelijk en verontschuldigend geglimlach. Een meisje snap waar ik naar toe wil en geeft aan in de buurt te wonen. Ik wordt in 20 min. Aan mijn arm door de drukkere buurten van yangon meegenomen om vervolgens van het ene op het andere moment oog in oog te staan met een enorme trap naar een compleet met goud bedekte tempel.

Net als iedereen beklim ik op mijn blote voeten de paya met ontelbare stupa's en veel, heel veel budda's. Het hele ding is bedekt met goud, glas en glitters maar wat het echt een beetje een psychedelisch tintje geeft zijn de ledverlichtingen met heel veel kleurtjes in de vorm van aura's achter elke budda, een beetje kerstverlichting-gone-wild.

Terug lopen door jet donker lijkt me niet handig, het is hier veilig, maar ik snap niet zo goed hoe ik gelopen ben, dus om te voorkomen dat ik jammerlijk verdwaal neem ik een taxi terug. We 'verdwalen' alsnog, ik weet in de lonely planet wel ongeveer aan te wijzen waar ik naartoe moet, maar al dat engels kan mijn chauffeur niet zoveel mee. Met wat stoppen en vragen komen we eruit, dat ik volgende keer mijn adres in het birmees moet laten opschrijven!

Check, dat doen we,

Ciao

Marelleke